Dit paard mist een tand in de bovenkaak en heeft een overbeet Gevolgen missende tand Doordat er in de bovenkaak een tand  mist heeft de tegenoverliggende tand  in de onderkaak geen tegen- ligger meer en zal niet meer afslijten. Gevolg is dat deze tand onbeperkt door kan groeien en op een gegeven moment in het gat in de bovenkaak zal steken waardoor de zijwaartse kauwbeweging die het paard o.a. maakt sterk belemmerd wordt. Dit paard zal daarom  regelmatig behandeld moeten worden om  de ondertand bij te vijlen. Voor de functionaliteit van de voortanden  maakt het  niet uit dat er eentje mist, met de rest kan hij nog prima gras afsnijden. Het risico bij een missende voortand  is wel dat de naast- gelegen tanden “aan de wandel” gaan. Oftewel gaan verschuiven en scheef gaan staan omdat ze geen steun meer hebben aan de naast- gelegen tand. Daarom dat een loszittende tand die de functionaliteit van de kauwbeweging niet belemmert het beste zo lang mogelijk kan blijven zitten omdat hij nog als steunpilaar kan dienen voor de naast- gelegen tanden. Gevolgen overbeet Een overbeet is vaak erfelijk of kan ontstaan door een trauma. Op jonge leeftijd kan het nog enigzins gecorrigeerd worden, stapje voor stapje in meerdere behandelingen. In dit geval is het paard echter 20 jaar oud en doet hij het er al zijn hele leven mee. De tanden raken elkaar nog wel, hij kan er dus nog gewoon zijn gras mee afsnijden. De behandeling is er bij dit paard op gericht dat de snijtanden geen belemmering meer zijn voor de kauwbeweging en dus voor de functionaliteit van het gebit. De snijtanden worden bijgevijld totdat er sprake is van een goede sluiting van het gebit. Als de tanden elkaar niet zouden raken (bij ergere overbeet) zou opgelet moeten worden dat de ondertanden niet in het gehemelte van de bovenkaak steken. Dit zou dan bijgevijld moeten worden.